Een antieke klok met een eigenaardig slagwerk.

Geplaatst op 6 augustus 2013 door Toon Michiels

Chronos 29 januari 1955

Een antieke klok met een eigenaardig slagwerk.   Uit: Chronos 29 januari 1955

Enige weken geleden schreef ik de redactie over een antieke klok, die een eigenaardig soort slagwerk heeft. Men vroeg mij toen om een tekening, welke U hierbij ziet afgebeeld.

De beschrijving is als volgt:

Het hele slagwerk ligt opgesloten tussen twee houten platines. De tappen lopen uit in bussen, maar men heeft koperen plaatjes op het hout geslagen, waarin gaten voor voor de tappen zitten. Het onderrad heeft een diameter van 15 mm en heeft 90 tanden.

Het gehele rad is van hout, behalve de tanden, die op een koperen ring zitten. Deze ring is op het rad geslagen. Op het grondrad zit ook de slagschijf met een heel en half uur, dus 90 slagen in 12 uur en verder het spon dat voorzien van pennetjes die het touw vasthouden. Het tweede rad heeft een handgevijld ronsel van 9 tanden, dat in het grondrad grijpt. Het rad zelf heeft geen tanden, maar aan de ene kant van de schijf 9 pennen van ongeveer 10 mm. De spaken van het rad zijn van ijzer en het rad zelf van koper. Op het tweede rad loopt een lepelspil van ijzer. De pennen brengen de lepelspil in beweging, waardoor de dwarsboom met de gewichten heen en weer gaan. Het is dus een soort foliantwerking.

Het gangwerk heeft een plat anker. Dit is juist het eigenaardige. Het gehele slagwerk en de twee raderen van het gangwerk zijn heel primitief gemaakt, dus vóór de uitvinding van dit anker. Men zou dus zeggen dat dit anker er niet in hoort. Maar wat heeft er dan ingezeten? Er is namelijk geen plaats voor een foliant. Verder heeft het wijzerwerk geen frictie en dus één wijzer die los op het wijzerrad zit. Het hele frame is hout. Het gangwerk heeft een secondeslinger.

—Tekening Stender. ( J.Stender St. Michielsgestel 1936-1986)

Nu is mijn vraag: welke collega’s kennen dit werk ?                                                 J.Stender. horloger.

St. Michielsgestel.

Reactie en het vervolg op artikel van J.Stender, zie artikel Hansbeekse klokken.