Vierlingsbeekse holbewoner

Door Toon Michiels, Vierlingsbeek. 28 juni 2012

Niet de tijd,…….. maar de weg kwijt !

Bij de eerste klik op de site van Stichting de Oude Schoenendoos uit Vierlingsbeek, trok deze foto meteen mijn aandacht .

Een naam stond er niet bij, maar omdat de persoon een wekker in de hand had zou kunnen betekenen dat hij wat met tijd had. En mijn gedachten waren: Was hij de weg kwijt, maar niet de tijd!

Kon hij geen zakhorloge betalen of had hij slechte ogen! Ging hij ergens logeren! Of moest hij van zijn vrouw de wekker meenemen!  Was het alles wat hij bezat!  In ieder geval had hij de tijd mee!

Het maakte mij uitermate nieuwsgierig, die man met de wekker!

Dus lag het voor de hand om iemand van de Oude Schoenendoos te bellen. Leden van de Stichting vertelden mij dat het Kobus Kaok Janssen was en zijn vrouw heette Drika Botter, ze woonden in een plaggenhut in het Bék,s Broek. En de foto was genomen met Groeningse kermis. Maar hoe men Kaok moest schrijven was niet bekend, en daarom hadden ze er Kaok van gemaakt. In de foto en filmbank van de stichting stond deze informatie:

Jacobus Janssen alias Kobus Kaok, was de man van Drika Botter, en woonde in het “Broek” tussen Vierlingsbeek en Overloon in een zogenaamde plaggenhut. Waarschijnlijk was hij in dienst geweest bij een rederij. Hij verdiende zijn brood met wat losse arbeid tegen vergoeding.

Hij was een rare zonderling, in een plaggenhut, die armoede had.

Dat was een veel gehoorde uitspraak, van mensen die ik gesproken heb uit Vierlingsbeek, Groeningen en Oploo. Over het algemeen kwam het er op neer, dat hij een stroper was, die in een plaggenhut woonde en langs de deur ging en dan liedjes zong en jodelde voor een aalmoes. Het begon meestal met ,Ik ben Kobus Kaok, commandant van het leger, tussendoor blazend op een petroleumkan, maar dat zal wel een trechter geweest zijn. Piet Bloemen uit Overloon vertelde, dat hij aan de rondweg ook heeft gestukadoord, met een platgeslagen lepel als troffel. Maar waarom hij die wekker bij hem had dat kreeg ik nergens te horen. Er werd wel verteld dat, nadat zijn vrouw gestorven was, hij een beetje in de war was.   Foto : www.stichtingdeoudeschoenendoos.nl

Jacobus ’Kaok’ Janssen   alias   Kobbus Kôôk   in ’t Plôs.

Aan een tante van mij die in Oploo geboren was, vroeg ik of ze Kobus Kaok kende, ja zei ze, die kwam bij moeders aan de deur. En als Kaok in Oploo bekend was dan maar even Cor Verberk bellen. Cor wist er wel van, kijk maar in het boek Alle Minse van Oploo, deel vijf bladzijde 209. Daar staat alles over de persoon in kwestie, en over zijn familie beschreven. Deze boeken had ik in bezit, maar het was mij nooit opgevallen dat er een artikel en foto van Kobus Kaok in stond.

Mooi, even kijken in het boek en warempel d’r zat meer achter die foto. Wat was ik verbaasd over de foto van Kobbus Kôôk voor zijn plaggenhut. Zittend met sjekkie in de mond en de krant in de hand. Een wandkleed met de initialen van H K- Hendrika Klaassen en J J- Jacobus Janssen en een klok boven hem, zou hij dan toch klokkenmaker zijn?

Maar in het boek stond Kobus Kaok geschreven als Kobbus Kôôk, en dat klonk in mijn gehoor zoals mijn tante de naam uitsprak. Dus voor mij is het nu voortaan Kobbus Kôôk.

Verder staat In het boek, Alle Minse van Oploo, dat Jacobus Janssen (alias Kobbus Kôôk), eind 1900 in de Striep te Oploo komt wonen met zijn gezin. Het huis was eerder afgebrand maar Jacobus heeft het enigszins herstelt. Jacobus Janssen is geboren te Wanssum op 16 november 1863 hij is stucadoor en metselaar van beroep, en trouwt op 6 mei 1895 te Oploo, met Hendrika Claassen (alias Drika Botter) geboren te Oploo (Striep 8) op 14 september 1865.

Hij is een zonderling figuur met zijn eigen manier van leven. Samen met een oom, Willem ‘Botter’ Claassen, ( die diverse keren in het gevang heeft gezeten) trekt hij er regelmatig op uit om te stropen. Als zijn dochter Huberta Hendrika wordt geboren, doet zijn buurman aangifte omdat Kobbus Kôôk dan in de gevangenis zit vanwege het stropen. Ook liep hij eens op zondag binnen bij de buren, om zijn ”nieuwe” hoed te laten zien, die hij zwart gemaakt had met teer, want dan was hij weer mooi nieuw en hij…….. werd niet nat als het regende.

Nadat hun huis, dat onverzekerd was, op 8 mei 1917 afbrandde, vertrekt zijn vrouw Drikka Botter naar Venray, en gaat bij haar zoon inwonen. Kobbus Kôôk zelf vertrekt op 28 augustus1919 naar Venlo, en het lijkt of ze gescheiden zijn, maar niet officieel, want in de overlijdensakte van zijn vrouw (overl.8 mei 1939) staat, dat Kobbus haar echtgenoot is. Wanneer Kobbus Kôôk in Vierlingsbeek in de plaggenhut is komen wonen is onbekend, evenals wat zijn bijnaam betekend.

Wandkleed ?

Wat ik wel opmerkelijk vind is, dat op het wandkleed behalve die van Jacobus Janssen de initialen van H K staan, maar Hendrika’s achternaam staat op haar gedachtenis prentje geschreven met een C. Dat zou kunnen betekenen dat Kobbus niet wist hoe de naam van zijn vrouw geschreven moest worden.

En is het wandkleed door hem zelf gemaakt nadat zijn vrouw is ‘weggelopen’? Dit omdat hij haar miste of wilde laten zien dat zij zijn vrouw was, gezien de afbeelding op het kleed. Het zou ook kunnen dat er een foto van zijn vrouw aan de wijzerplaat hangt (zie foto) en dat de tijd iets met het uit elkander gaan te maken heeft?

Wie zal het zeggen, want tot op heden ben ik er niet achter gekomen, ook niet wat Kobbus Kôôk met de tijd had.

Jacobus Janssen overleed op 10 oktober 1944 te Vierlingsbeek, werd 81 jaar en had 8 kinderen.

Meer gegevens over Kobbus Kôôk en over Willem ‘Botter’ kan men vinden in deel 5 van ‘Alle Minse van Oploo’. Er is ook een krantenartikel met foto van Kobbus Kôôk, maar dat heb ik nog niet gevonden.

Met dank aan: de Oude Schoenendoos Vierlingsbeek, en de heemkundevereniging Oploo ‘’De Heerlijkheid Plo’’.